Toen ik een kleine twee jaar geleden aan mijn broer vroeg: Hoe zag jij mij vroeger? Antwoordde hij: ‘Als iemand die alles kon, alles durfde en alles deed.’ Even dacht ik dat hij een grapje maakte maar dat was niet zo. Hij meende het. Op dat moment kwam het niet echt bij me binnen. Het was pas later dat ik besefte dat dat deel van mij onbereikbaar was. In mijn ogen kon ik niet veel zinnigs, durfde ik zo goed als niks want zelfs een bezoek aan de supermarkt was op dat moment al een opgave en deed ik dus bar weinig, want ik durfde niets. Ik was de hele dag angstig voor alles en niks en ik had er, zoals ik het zag, geen enkele invloed op. Ik was kapot, kwam amper de dag door. Ik was het helemaal kwijt.
Mijn IK, mijn ziel of whatever leefde los van mijn lijf. Ze waren geen vriendjes meer en waren ook niet van plan dat ooit weer te worden. Welk wezen, welke energie gaat ook voor z’n lol in zo’n lijf zitten? Ik snapte het wel. Ah, toch de IK 😊. Dat lijf doet alleen maar moeilijk. Het geeft namelijk continu aan hoe het met je gaat. In mijn geval is dat een aaneenschakeling van gezeik. Het één is nog niet boven water of het ander dient zich al aan. Ik heb nauwelijks tijd om te achterhalen wat er is en hoe ik dat op kan lossen.
En toch heb ik geen keus. Of beter gezegd: Ik heb mijn keus gemaakt. Ik ga alles aan want ik wil leven. Leuk of niet, er moet nu iets gebeuren. Als ik nu niet de oorzaken van mijn klachten aanpak, word ik serieus ziek en dat is mijn grootste angst. Daar mag ik dus eerst mee aan de slag: mijn angst om ziek te worden.
Mijn ouders waren nooit ziek en toen ze ziek werden, gingen ze dood. Ook al was ik volwassen toen mijn ouders overleden, dit heeft zich helemaal in mij vastgebeten: Als je ziek wordt, ga je dood. Mijn vader overleed een week voordat mijn dochter geboren werd. Mijn eerste kind. Hij overleed op een woensdag, werd begraven op maandag en op donderdag beviel ik. Dat heeft me geen goed gedaan. De komst van mijn dochter natuurlijk wel alleen de omstandigheden waarin ze geboren is niet.
Mijn hormoonspiegel was op dat moment niet in balans en dat is nooit meer goed gekomen. Sterker nog, dat heeft uiteindelijk geresulteerd in de heftigste paniekaanval ever. Dat is in ieder geval mijn uitleg en omdat het mijn lijf is en mijn leven, weet ik dat het klopt. In ieder geval voor mij en dat is wat telt. Voor mij. Over het hormonenfestijn later meer.
Nu is het zo dat op mijn 13e het hypochondertje in mij al opstond. Toen al ervaarde ik veel stress dat zich vastzette in mijn nek. In die tijd was er een meningokokken epidemie en ik wist dat je dan last van je nek kon krijgen. Wanneer je je kin niet richting je borst kon doen, was het mis. Weken lang heb ik mijn kin naar mijn borst geduwd om er zeker van te zijn dat ik niet dood zou gaan aan meningokokken. Want dat kon. Je kon er dood aan gaan. Uiteraard zou ook ik er dood aan gaan als ik het had. Dat stond voor mij vast.
Drie jaar later deed ik eindexamen MAVO. Mijn ego vraagt mij nu aan te geven dat ik ook HAVO had kunnen doen. Maar mijn meester van de zesde klas was ervan overtuigd dat dat niet verstandig was omdat ik nooit oplette. Ik lette wel op alleen op andere dingen dan hij wilde. Ik lette op hoe het met iedereen in de klas ging. Ik lette op het meidenvenijn, de stille kinderen die tijdens de les heel ver afdwaalden maar die nooit aandacht kregen. De pesters en de slachtoffers. De cognitieve slimmeriken die veel complimenten kregen en de zogenaamde boeven van de klas die hun eigen plan trokken en daardoor met name negatieve aandacht kregen.
Ik zag het verdriet dat om sommige kinderen hing en zelfs eenzaamheid. En zag de meester nu echt niet dat er in onze klas kinderen werden mishandeld? Hoe kun je in godsnaam letten op wat een leerkracht zegt als dit ondertussen allemaal aan de hand is? Wat het nog lastiger maakte om op te letten was de wereld die zich bevond in mijn hoofd. Eén waarin ik bepaalde hoe alles ging. Waar aandacht was voor dingen die ik nodig had en leuk vond. Nee, er was geen reken- of taalles die daar tegenop kon.
Maar goed, ik deed dus de MAVO, op mijn slofjes of in die tijd vooral op mijn sneakers en kon niet zakken voor het examen al wilde ik nog zo graag. Toch kreeg ik net na mijn examens mijn allereerste hyperventilatie aanval. De stress kwam eruit. Ik wist toen gelukkig niet dat ik bijna 30 jaar lang af en aan al hyperend door het leven zou gaan.
Na de MAVO heb ik de HAVO gedaan alwaar ik een nog leukere tijd had dan op de MAVO én zonder hyperventilatie. Uiteindelijk heb ik nog twee hele en een paar halve HBO-opleidingen gedaan en was ik ineens volwassen. Althans voor de wet. Even leefde ik een rustig en gestructureerd leven maar dat duurde niet lang. Ik wilde meer uitdaging, meer sensatie meer van alles. Kortom: hyper. En dat is ook wat er gebeurde: de hyperventilatie kwam terug en goed ook! Regelmatig lag ik tintelend op de bank. Het lukte me toen nog om mezelf rustig te krijgen en door middel van ademhalingsoefeningen de aanval vrij vlot te laten verdwijnen. Er kwam nog geen paniek aan te pas. Het zorgde ervoor dat ik op zoek ging naar de oorzaak van de hyperventilatie en ik schafte mijn eerste zelfhulpboek aan.
Niemand, letterlijk NIEMAND in mijn omgeving deed dat en dus deed ik het alleen. Dat is niet echt gezellig en ik vind gezelligheid heel belangrijk. Dat zelfhulpboek bracht me wel wat inzichten en was het voorzichtige begin van de bekende zoektocht naar jezelf. Ik merkte toen dat ik het leuk vind om mezelf persoonlijk te ontwikkelen al leek dat destijds in geen velden of wegen op wat ik de laatste jaren heb gedaan en nog steeds doe maar hé je moet ergens beginnen.
De hyperventilatie werd erger nadat mijn vader overleed. Dat was voor mij een enorm trauma en dat durf ik pas sinds kort hardop te zeggen want een trauma betekent waar ik vandaan kom dat je op z’n minst een oorlog mee moet hebben gemaakt, misbruikt of mishandeld moet zijn of voor je ogen een dierbare vermoord hebt zien worden. Of erger. Anders valt het wel mee. ‘Een kind onder de auto is erger’, zei mijn moeder altijd. Uit liefde uiteraard maar handig was het niet. Nu blijkt dat met een hoogzwangere buik je vader begraven ook best k.. is en dat je daar dus nog jaren later ‘plezier’ van kunt hebben. Alleen had ik me dat plezier ietwat anders voorgesteld.
Plezier komt, zoals google mij vertelt, van het Franse plaisir dat vertaald wordt als ‘genoegen, genot’ en als ‘wens en verlangen’. De laatste twee woorden passen in mijn leven beter. Ik heb plezier gemaakt maar niet van binnenuit. Dat is natuurlijk wel wat gechargeerd want zeker als kind heb ik het echt wel zo beleefd maar vooral in mijn volwassen jaren is het iets geweest waar ik mijn best voor moest doen en waar ik vooral naar verlangde. Het kwam niet als vanzelf uit mijzelf. Het moest komen van anderen, van buiten. Alleen wist ik dat niet.
Hoe meer ik het buiten mezelf ging zoeken, hoe erger de hyperventilatie werd. Ik ging namelijk verder en verder van mijn kern en dat is wat de hyperventilatie aangaf. Ook dat wist ik niet. Langzaamaan sloop de paniek in mijn leven tot het moment dat ik nauwelijks nog auto durfde te rijden. Dat kwam mede omdat ik ooit eens een hyperventilatie-aanval kreeg in de auto. Geen pretje. Door de paniek werd zelfs mijn dochter naar school brengen de hel. Als ik op het schoolplein aankwam en de deur nog dicht was, moest ik op het plein wachten en vloog de paniek me aan.
Hoe ouder ik werd hoe erger de paniek. Door de komst van de kinderen was ik niet meer zo bezig met mijn ontwikkeling maar vooral met het gezinsleven en met werken. Een jaar na de geboorte van mijn dochter ben ik de PABO gaan doen.
Ik gaf met veel plezier, op mijn manier, les maar het kostte me bakken met energie. Het kwam dan ook regelmatig voor dat ik hyperventilerend en met paniekaanvallen voor de klas stond. Ook gebeurde het dat ik bijna flauwviel en een keer de klas uit ben gerend naar de wc, mijn maag leegde en weer terugging naar de klas. En daarna gewoon weer door want ja, een kind onder de auto is erger. Het putte me uit en ik kon het niet stoppen.
Op een gegeven moment was ik chronisch aan het hyperventileren en dat is niet vol te houden. Dus heb ik mijn baan opgezegd en probeerde ik in en rond ons huis te overleven. Zelfs dat was al een opgave. Wist ik maar waar de hyperventilatie vandaan kwam. Ja, ik snapte wel dat stress daar iets mee te maken had maar ik had geen idee hoe het precies zat en daarbij werd ik door mezelf gepiepeld omdat ik op een gegeven moment juist een aanval kreeg als ik (dacht dat ik) heerlijk relaxed was. Gewoon lekker tegen mijn man aan op de bank, veiliger kon niet. Wat ik toen niet wist, is dat ik naast het plezier dat ik buiten mezelf zocht, ook veiligheid buiten mezelf zocht. En laat die twee nou met elkaar te maken hebben.